Week 5

Chiang Mai is echt een geweldige stad, vooral omdat je er zo veel activiteiten kunt doen. Er stond nog 1 activiteit op mijn lijstje die ik niet wilde missen. Ik had al van velen gehoord die het al gedaan hadden en die vonden het fantastisch: een jungle trekking. Met een klein groepje en een gids de jungle in. Bij een reisbureautje kon ik kiezen tussen 1 dag, 2 dagen of 3 dagen. Ja inderdaad, die keuze moet je mij niet geven, doe maar 3 dagen dan. Met z'n 5en en een super enthousiaste gids verlieten we Chiang Mai en reden we richting de verlaten jungle. Met de nodige spullen in m'n dagrugzak liepen we wel 5 a 6 uur per dag, berg op, berg af. En dat waren flinke bergen kan ik je vertellen. Maar elke keer was het het uitzicht waard. Onderweg stopte we bij een waterval om een duik te nemen en het zweet even af te spoelen. En daar gingen we weer, stap voor stap de berg op door de dichtbegroeide jungle. Af en toe stopte de gids om ons kennis te laten maken met de jungle. De tijgerbalsem boom, sporen van slangen, tarantula's, verschillende kruiden en planten die kunnen bellen blazen. Tussen de bomen door scheen de felle zon die het zweet weer liet stromen. Af en toe maakten de dichtbegroeide jungle plaats voor de strak aangelegde rijstvelden. Trapsgewijs volgden we de rijstvelden omhoog waar je je eigenlijk wilde omdraaien om van het prachtig uitzicht te genieten, wat we dan ook zeker deden als we boven aankwamen. Zo ver je kunt kijken strekken de groene bergen boven de horizon uit. Op wat vogelgeluiden na hoor je helemaal niks, er zijn geen wegen, geen huizen, geen mensen. Gewoon even helemaal niks. Na 6 uur door de jungle te hebben gelopen kwamen we dan eindelijk een hutje tegen, waar we die nacht ook zouden slapen. In alle rust wachtte we tot de zon zich langzaam achter de bergen verstopte en de hele lucht oranje kleurde. De tweede dag was eigenlijk een verlengde van de eerste. Struinen door de jungle, zwemmen in watervallen, strakke groene rijstvelden en prachtige uitzichten. Die avond sliepen we in een andere hut die op de hoogste berg in de omgeving stond. Bij het kampvuur bedachten we om de volgende ochtend, voordat we de tour zouden vervolgen, de zonsopgang op het topje van de berg te bekijken. Toen m'n wekker om 5:15 uur ging lag iedereen nog op 1 oor dus ik dacht: dan ga ik wel alleen. Met mijn telefoon, gopro, een flesje water en een banaan vertrok ik naar het topje van de berg. Na 20 minuten het pad stijl omhoog te hebben gevolgd hield dit ineens op. Geen flauw idee waar ik was of waar ik heen moest zocht ik maar 1 weg, omhoog. Ik moest en zou om 10 voor 6 aan het topje van die berg zitten. En waar een wil is, is een weg. Daar zat ik dan, in m'n uppie, op de hoogste berg uit de omgeving te wachten tot de zon opkwam. Het was doodstil, wat een rust, wat een uitzicht. Ik heb daar wel een uur gezeten. Ik vond m'n weg weer naar beneden waarna de laatste dag door de jungle aangebroken was.

Het einde van de week had ik nog een dagtrip naar Chiang Rai en de Golden Triangle geboekt. Chiang Rai staat bekent om de White Tempel wat een prachtig plaatje is want echt alles is wit. De Golden Triangle is het drielandenpunt met Thailand, Myanmar en Laos die wordt gecreerd door de Mekong River. Een bezoekje aan het beruchte opium eiland kon dan ook niet missen. Met de boot over de Mekong River waar het kleine eilandje zich precies op het drielandenpunt bevindt. Het eiland behoort tot geen van de drie landen wat het kweken en verkopen van opium eenvoudig maakte. Nog even met 1 voet Laos binnen geweest, waar het gelijk een hele andere wereld is. Wapens liggen voor het grijpen, peuken zijn een derde van de prijs met Thailand en ze schenken whiskey met doden dieren. Waattt?? Ja inderdaad. Cobra's, schilpadden, gekko's, schorpioenen noem maar op. Ze denken (of beter gezegd: hopen) dat de huid van deze beesten bepaalde krachten afgeeft aan de whiskey. En wie ben ik dan om dat niet even te proberen. Ik weet niet of het aan die beesten lag of aan de whiskey, maar het was niet te zuipen. Nou helpt het natuurlijk ook niet echt als er iemand met een verzopen cobra voor je neus zit te spelen terwijl jij een slok neemt haha.

Zaterdag avond heb ik het noorden achter me gelaten en ben ik in de nachttrein terug naar Bangkok gegaan. M'n plan was om naar de staart van Thailand te gaan en de eilanden trip te starten maar ik had erg goeie verhalen gehoord over twee eilanden in het zuidoosten van Thailand tegen de grens met Cambodja aan: Koh Chang en Koh Kood. Na een reis van in totaal 23 uur kwam ik aan op Koh Chang en ik kan alvast verklappen dat deze eilanden het uitstapje meer dan waard waren.