Week 8 - Reisverslag uit Krabi, Thailand van Martin Zwol - WaarBenJij.nu Week 8 - Reisverslag uit Krabi, Thailand van Martin Zwol - WaarBenJij.nu

Week 8

Door: Martin van Zwol

Blijf op de hoogte en volg Martin

01 April 2017 | Thailand, Krabi

Er waren niet veel dingen waar ik me aan kon storen tijdens de reis door Thailand, maar er was er één die ik liever ontweek: toeristen. Ik vond het heerlijk om de toeristen stranden links te laten liggen en op de scooter iets verder te rijden om op de mooiste stranden uit te komen waar je nagenoeg in je eentje van kon genieten. In het noorden van Thailand liep ik niet de toeristische routes maar ging ik juist van het pad af door de jungle op zoek naar de top van een berg waar ik in m’n eentje van de zonsondergang genoot in een totale oase van rust. Dat was voor mij natuur. Dat was één van de redenen waarom ik naar Thailand wilde. Als ik op een eiland aankwam ging ik als eerste op internet zoeken wat de mooiste en rustigste stranden waren en wat de mooiste viewpoint waren. Dat was waarom ik zo genoot van de dagen op de Surin Islands waar dit alles bij elkaar kwam.

Ik wist dat ik nu even om moest schakelen. Die eenzame stranden en totale rust moesten even plaats maken voor toeristen. Oké, even dan. Ik moest namelijk mijn visum verlengen op Phuket en vervolgens kon ik via het eiland Koh Phi Phi mijn reis voortzetten. En uiteraard was ik ook wel een beetje nieuwsgierig naar deze toeristische eilanden. Phuket is het grootste eiland van Thailand. Althans eiland, het is zo groot dat je niet eens het gevoel hebt dat je op een eiland zit. Het bekende Patong Beach is de plek die de toeristen trekt. Van jetski’s huren en overvolle stranden naar een bruisend nachtleven met paaldanseressen en ping pong shows. Het stikt hier dan ook van de toeristen. Een geweldige plek voor een vrienden vakantie maar backpackers zul je hier niet veel vinden. Ik zocht een plekje in de oude hoofdstad van Phuket: Phuket Old Town, waar ik de volgende ochtend m’n visum moest verlengen bij het immigratie kantoor. Dat verliep allemaal vlekkeloos waarna ik op de speedboot stapte naar Koh Phi Phi.

Ik wist van te voren al een beetje wat me daar te wachten stond. Dit eiland is sinds de verwoestingen van de Tsunami overgenomen door toeristen. Om 12 uur in de middag lopen er al dronken Engelse over straat te schreeuwen, het stikt er van de pizza tenten, de standen zijn bezaait met longtailboten waardoor er van de stranden niet veel overblijft en dingen uit de Thaise cultuur zijn ver, heel ver te zoeken. Waarom ga ik er dan heen? Tja, dat vroeg ik me ook af toen ik er aankwam. Ik was nog geen uur op het eiland of het begon te regenen. Dat zijn wel even andere regenbuien als die we in Nederland kennen. Je ziet de lucht donker en donkerder worden, binnen 5 minuten valt de eerste druppel en 1 minuut later regent het zo hard dat het al geen zin meer heeft om te gaan schuilen want je bent al helemaal doorweekt. De straten zijn overspoeld. Het valt met bakken uit de hemel.

Na één dag had ik het wel weer gezien met al die toeristen en de regen en stapte ik op de boot naar Koh Lanta. Een vriendelijk eiland waar velen zo verliefd op zijn. In het zuiden is een National Park waar ik weer de jungle in dook voor een nature trail. Nog geen 10 minuten lopen en de apen kwamen van alle kanten op je af. Deze waren wel schattig. Ik had ook geen eten of drinken bij me dus ze konden ook niks van me pakken. Baby aapjes die naar je toe komen slingeren of naast je wat lekkers zitten te eten. Op Koh Lanta was ik weer bijgekomen van de drukte van de toeristen en kon ik weer even genieten van de witte stranden, palmbomen en kokosnoten. Ondertussen had ik voor aanstaande maandag de PADI cursus geboekt op Koh Tao om m’n duikbrevet te halen. Ik had om precies te zijn nog drie dagen en wilde nog naar Krabi en Railay Beach dus vrijdag ochtend zat ik al vroeg op de boot richting Krabi Town.

Eigenlijk is er in Krabi Town niks te beleven maar vanuit Krabi Town kon ik gemakkelijk te plekken bereiken waar ik heen wilden. Wat boven aan mijn lijstje stond was het Tap Kak Hang Nak Nature Trail Viewpoint. Op de scooter ruim een uur vanuit Krabi Town stond ik aan de voet van de hoogste berg uit de omgeving. Als je op google afbeeldingen de naam van dit viewpoint intypt zie je ongelofelijke foto’s van mensen die staan of zitten op een klein stukje rots dat uitsteekt met een prachtig uitzicht over de gebergten op de achtergrond. Ik moest en zou zo’n zelfde foto maken. Onderaan de berg werd je naam en starttijd genoteerd en moest ik twee flesjes water kopen voordat ik mijn tocht mocht beginnen. Dit was geen zondagswandeling begreep ik al. De man keek me een beetje vreemd aan waarna die vroeg: ‘where are your shoes?’ Daar stond ik op mijn slippertjes met mijn sportschoenen nog bij het hostel. Ja, ik ga niet weer twee uur op en neer rijden om mijn schoenen te halen dus de mannen moesten allemaal lachen dat ik het op mijn slippers ging doen. Ze vertelde dat het viewpoint een 500 meter hoge klim was met een pad van 4 km lang waarbij je soms bijna verticaal omhoog moet. Een 2 uur durende tocht naar boven werd me verteld. Ho, stop. Dat moet je niet tegen mij zeggen. Dat voelt als een uitdaging. ‘2 uur?’ vroeg ik. Ik zette mijn stopwatch op m’n mobiel aan en begon de tocht. Het enige waar ik aan dacht was de top. Ik moest die foto maken waarbij ik op die uitstekende rots zit boven de 500 meter hoge afgrond. Na precies 1 uur en 2 minuten had ik de top bereikt. Wat-een-uitzicht. Het was echt niet normaal. Tot mijn grote teleurstelling was het paadje naar de uitstekende rots afgezet omdat er vorige maand iemand vanaf was gevallen. Op 500 meter hoogte heb je namelijk behoorlijk harde wind rondom de top van zo’n berg. ‘Jaa..’ dacht ik, ‘helemaal voor niks naar boven gelopen, dat gaat niet gebeuren’. Ik had mijn GoPro in de goede positie gezet en klom tussen de bamboe wegversperring door. Op mijn kont en handen en voeten kroop ik steeds dichter naar de afgrond. Nu ik dit aan het typen ben besef ik pas hoe gevaarlijk het was maar op het moment zelf barst je van de adrenaline. De wind tolde rondom de top van de berg en hoe verder ik op de punt van die rots ging zitten hoe harder de wind aan me trok. Toen ik 2 seconden op het puntje van de rots zat veranderde de adrenaline toch wel een beetje in angst en kroop ik snel weer terug om uiteindelijk weer de weg naar beneden af te dalen.

De volgende dag had ik vrij gehouden om Railay Beach te bezoeken. Een hartstikke bekend en prachtig strand waar de kalksteen rotsen overal om je heen uit het water schieten. Bij aankomst liep ik langs een winkeltje waar ze rock climbing verhuurden dus ik dacht: ‘waarom niet?’. Nou dat kan ik je achteraf wel vertellen. Daar waar ik op mijn slippers een 500 meter hoge berg beklom was ik nooit zo bang als dat ik op 40 meter hoogte aan die rots hing. Als je diarree wilt kun je nog beter zo’n rots beklimmen als een Thaise curry eten. Man, wat scheet ik hem in m’n broek. Het zal er wel mee te maken hebben gehad dat ik dat gewoon niet kan want de een na de ander klom omhoog. Halverwege was ik ook nog even de weg kwijt en zitten die Thaise jongetjes me beneden uit te lachen terwijl ik verga van mijn verzuurde armen en kuiten. Maaar, eenmaal boven aangekomen was het het uitzicht wel weer meer dan waard en kan ook ik er zeker om lachen. Het was me weer een ervaring.

Zondag middag zou ik de bus pakken richting Koh Tao. Er was nog 1 tempel die ik wilde bezoeken wat dus mooi nog die ochtend kon. Of nouja tempel. Die tempel boeide me niet zoveel maar het feit dat die tempel zich op een berg bevond waar je alleen met een trap van maar liefst 1237 treden naar toe kon beviel me wel. Dit keer had ik me wat beter voorbereid en had ik mijn slippers verruild voor de sportschoenen. Ik moest ook wel een beetje tempo maken want die bus naar Koh Tao zou niet op mij wachten. Beneden aan de trap zeiden ze dat het 40 minuten duurde om boven te komen. 40 minuten?? Hoor ik daar alweer een uitdaging? Ik had mijn sportschoenen al aan, kocht bij een thais kraampje twee flesjes water en een banaan en zetten mijn voet op de onderste traptreden. Ik pakte mijn mobiel om de stopwatch aan te zetten en liep stap voor stap naar boven. Daar waar anderen op een plateau ging uitrusten of van het uitzicht genieten keek ik alleen naar de 40 centimeter hoge traptreden die me te wachten stonden. Het was zeker 35 graden en het zweet brak me uit. Eenmaal boven aangekomen zakte ik zowat door mijn benen, ik kon echt niet meer. Ik pakte mijn telefoon en de stopwatch stond op 16 minuten. 1237 traptreden van 40 cm in 16 minuten. En het uitzicht was weer adembenemend. Door de snelle actie was ik mooi op tijd voor de bus richting Koh Tao. Volgende week staat helemaal in het teken van duiken waar ik al langere tijd naar uitkeek en ontzettend veel zin in had.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Martin

Op reis naar Thailand!

Actief sinds 04 Jan. 2017
Verslag gelezen: 515
Totaal aantal bezoekers 89032

Voorgaande reizen:

09 Januari 2017 - 21 Maart 2017

Thailand

Landen bezocht: